De Mariakerk gezien vanuit het zuidoosten.

De Mariakerk gezien vanuit het zuidoosten. Foto: ©Jur Kuipers.

 

In het kort
De aan Maria gewijde kerk is gelegen op het hoogste punt van de wierde aan de Dorpstraat 29 en is in de tweede helft van de 12e eeuw / begin 13e eeuw gebouwd. Het is een éénbeukige bakstenen kerk met een halfrond inspringend koor. Een dakruiter vervangt een in 1665 omgevallen vrijstaande toren. Hij wordt bekroond door een windwijzer met het Ripperda wapen. De preekstoel dateert uit 1666.
In het koor hangen drie rouwborden voor de familie Ripperda en een zandstenen epitaaf voor Gijsbert Herman Ripperda uit 1695. Onder het koor bevindt zich de grafkelder voor de familie Ripperda.
In 1741 bouwt Christian Müller een huisorgel dat in 1845 in de kerk wordt geplaatst en in 1895 door Jan Doornbos wordt gewijzigd en van een nieuwe kas voorzien.

 

De kerk gezien vanuit het noordwesten. Foto: ©Jur Kuipers.

De kerk gezien vanuit het noordwesten. Foto: ©Jur Kuipers.


De bouw van de kerk
De Mariakerk is een van de oudste bakstenen Romaanse kerken in de provincie Groningen. Samen met Marsum en Eenum behoort ze tot de Marum groep. Ze is gebouwd rond 1237 en gewijd aan Onze Lieve Vrouwe. De datum 1237 is afkomstig van dendrologisch onderzoek van de kap. Stichting Groninger kerken houdt de datum op “tweede helft twaalfde eeuw”.


De kerk is, naar middeleeuwse traditie, Oost-West gericht, met een geringe afwijking (8 graden N). Deze afwijking komt overeen met de plaats van de zonsopkomst op deze plek op Maria boodschap op 25 maart in de jaren van de bouw.
In het oosten, op de plaats van het hart, staat het altaar en naar het oosten zenden priester en gelovigen hun gebeden op.


Voor de kap constructie is eikenhout gebruikt. Deze kap is ook nu nog grotendeels in oude staat. Op de oude balken van de kerk zijn zogenaamde telmerken terug te vinden, in de vorm van streepjes die de constructie volgorde van de kap aangeven.

Er zijn nog 21 originele spanten. De doorsnede van de sporen is vierkant. De kap heeft oorspronkelijk maar één haanhout (hanebalk). Later zijn er versterkingen aangebracht en hebben er wijzigingen aan de spanten plaats gevonden.

 

Interieur van herenbank en preekstoel. Foto: ©Jur Kuipers.

Interieur van herenbank en preekstoel. Foto: ©Jur Kuipers.


De kerk in de 12e t/m de 16e eeuw
De kerk hoort in die tijd toe aan het Johannieter klooster te Oosterwijtwerd. Het klooster te Oosterwijtwerd is vermoedelijk ontstaan als een voorwerk van de commanderij Dünebroek in Reiderland. De eerste keer dat er sprake is van dit klooster is op een oorkonde uit 1466 waarop het conventszegel en de naam van de toenmalige commandeur voorkomt: Johan Ulkens van Hede. Een Johannieter ordepriester wordt door de bisschop als pastoor van de parochiekerk benoemd.


Het klooster – en dus de kerk – gaan op 23 augustus 1476 over aan het klooster te Oosterwierum, gelegen op de wierde Heveskesklooster. Dit gebeurt vanwege de grote schulden die het klooster te Oosterwijtwerd heeft. Wanneer een klooster een parochiekerk bezit, krijgt het daar bepaalde inkomsten uit. Hier tegenover staan dan weer uitgaven voor onderhoud en bediening. De commandeurs moeten alle bezittingen goed beheren, de kloosterlingen voeden, liefdadigheid bewijzen, oevers en dijken herstellen, huizen herstellen, belastingen betalen en jaarlijks een geldsom aan de balijer afdragen. Wanneer een ordehuis niet in staat is zijn financiële verplichtingen na te komen dan kan ze geïncorporeerd worden bij een andere commanderij. Door de incorporatie bij Oosterwierum wordt het klooster, genaamd “huis te Oosterwijtwerd” -niet te verwarren met het steenhuis van de Ripperda’s - met al zijn bezittingen weer tot een voorwerk gedegradeerd.

 

Interieur. Foto: ©Jur Kuipers.

Interieur. Foto: ©Jur Kuipers.


In 1516 is de Johannieter Geert van den Dam de priester die dienst doet in de Mariakerk, in opdracht van de commandeur Clawes van Oosterwierum.
Uit een visitatieverslag van 1540 blijkt dat de kloosterlingen uit deze kerk geen inkomen hebben, maar wel verplicht zijn uit eigen middelen het kerkgebouw en alles wat daar bij hoort in stand te houden. Jaarlijks wordt bovendien voor het 'bezit' van de Mariakerk aan de balijer van Steinfurt te Westfalen 2 gulden betaald.


In 1594 wordt in Groningen de katholieke eredienst verboden en op 1 juli 1609 worden alle bezittingen van het klooster tot provinciaal bezit verklaard door de Provinciale staten. Zo wordt deze kerk eigendom van de Hervormde (Staats) Kerk, tot ze in de 20e eeuw overgedragen wordt aan de Stichting (Oude) Groninger Kerken.

 

Epitaaf in het koor van zandsteen voor Gijsbert Herman Ripperda, overleden in 1695. Foto: Jur Kuipers.

Epitaaf in het koor van zandsteen voor Gijsbert Herman Ripperda, overleden in 1695. Foto: Jur Kuipers.

 

Epitaaf van zandsteen voor Gijsbert Herman Ripperda, overleden in 1695. Foto: Jur Kuipers.

Epitaaf van zandsteen voor Gijsbert Herman Ripperda, overleden in 1695. Foto: Jur Kuipers.

 

Bedevaartsoord
Van de Middeleeuwen tot ca. 1640 is aan deze O.L. Vrouwekerk een cultus verbonden. Er vinden bedevaarten en verering van Maria plaats; waarschijnlijk heeft er in de kerk een Mariabeeld gestaan waaraan wonderen worden toegeschreven, maar er wordt ook wel gesproken over een verschijning van Maria. Voor de bedevaartgangers is een huis beschikbaar dat ten noorden van de kerk moet hebben gelegen.

 

Door de Staten van Nederland worden in 1587 verboden uitgevaardigd op het houden van processies of bedevaarten en worden heilige bomen -eiken- omgehakt, heilige putten gedempt en kapellen gewijd aan Maria afgebroken. Pas in 1848 staat de grondwet weer enige devotie toe, mits niet zichtbaar vanaf de openbare weg. Toch wordt er in 1664 door de rondtrekkende jezuïet Franciscus Mijleman over Oosterwijtwerd gezegd, dat een oude vrouw uit Oldenzijl hem heeft verteld dat 24 jaar vóórdien – dus in 1640 – men

na de kerck van Oosterwijtwerd ging bevaerden doen, van alle gewesten de pilgrims aldaer bijeen kommende

Mijleman tekent ook op dat hij de ruïnes van het pelgrimshuis, waar de pelgrims worden gehuisvest, omstreeks 1664 zelf heeft bekeken.

 

Het wapen van Ripperda bovende ingang. Foto: ©Jur Kuipers.

Het wapen van Ripperda bovende ingang. Foto: ©Jur Kuipers.


De kerk in de 17e eeuw
Net zoals veel andere kerken in Groningen heeft de Mariakerk in die tijd een losstaande toren. Een archiefstuk uit 1665 (resolutie der Heren Gedeputeerden van Stad en Lande van 4 juli 1665) maakt melding van herstel van de door het luiden bij de dood van den Stadhouder omgevallen toren van de kerk te Oosterwijtwerd:


ALSO DOOR HET LUIDEN VAN DE KLOCKE TOT OOSTERWYTWERT OVER HET DROEVICH AFSTERVEN VAN SYN FURSTEL. DOORLUCHTICHEIT DE HEERE STADTHOUDER DE TOORN ALDAAR IS COMEN OM TE VALLEN, HEBBEN DE HEEREN GEDEP. DEN GOET GEVONDEN DE COMMYS ENGELBARTS TE LASTEN OM DESELVE WEDEROM TE LATEN MAACKEN, MITS DAARIN NIET EXCEDERENDE DE SOMMA VAN HONDERT DALER.


De geverfde eiken preekstoel dateert uit 1666.
In deze eeuw wordt er een 24 uurs uurwerk in gebruik genomen en naast het orgel is een wijzerplaat met een wijzer uit 1681 aan de muur bevestigd. In 1992 laat de plaatselijke commissie van de Stichting Oude Groninger Kerken door leerlingen van het Eemsmond College een replica maken van het uurwerk dat sindsdien in het koor staat opgesteld.

 

Er is een overhuifde herenbank in de kerk geplaatst met opzetstuk waarop het wapen van de Ripperda’s met als schildhouders twee draken. Foto: ©Jur Kuipers.
Er is een overhuifde herenbank in de kerk geplaatst met opzetstuk waarop het wapen van de Ripperda’s met als schildhouders twee draken. Foto: ©Jur Kuipers.

Wapen: Gedeeld, doch de deellijn ontbreekt: I Ripperda; II Ripperda. Schildhouders: twee draken. N.B. Afgebeeld: MON, plaat LXXXVII, nr. 1. Gijsbert Herman Ripperda, overleden Oosterwijtwerd 13 juli 1695, gehuwd Sappemeer 19 februari 1665 Josina Maria Ripperda. overleden Oosterwijtwerd 30 december 1719. Zie: RIP, Blatt 7 Nr. 121. DTB, nr. 400. GDW, blz. 562, nr. [3093].

 

Opzetstuk boven de herenbank met het wapen van de Ripperda's. Foto: Jur Kuipers.

Opzetstuk boven de herenbank met het wapen van de Ripperda's. Foto: Jur Kuipers.

 

De klok

A° 1694, DEN 30 MAY, IS DESE KLOCKE GEGOTEN DOOR ORDERE VAN DE HOOGHEDELE WELGEBOOREN HEER GYSBERT HARMEN RIPPERDA ENDE MEVROUW VROUW JOSINA MARIA RIPPERDA, HEER ENDE VROUW VAN OOSTERWYTWERT ENDE HELLUM MET ANNEXEN ENZ. 1694. VIGILATE ET ORATE DEO CONFIDENTES. PITER VERMATEN TOT AMSTERDAM.
Wapen: Gevierendeeld: I en II Ripperda; III Schade; IV Clant. Hartschild: Oosterwijtwerd. GDW, blz. 562, nr. [3091].

 

De luidklok van de kerk is in 1694 gegoten door Piter Vermaten te Amsterdam op last van Herman Ripperda en zijn vrouw Josina Maria Ripperda. Deze klok is in de tweede wereldoorlog verwijderd en is later opnieuw gegoten.

 

In 1695 is er een zandstenen epitaaf in het Oostelijke raam ingebracht voor Gijsbert Herman Ripperda. De vertaling van de latijnse tekst luidt:


“Ter eeuwige herinnering aan de zeer illustere en aanzienlijke Gijsbert Herman, Baron Ripperda, Heer Van Oosterwijtwerd en aangrenzende dorpen, die de hoogste ambten en aanzienlijke openbare ambten in deze staat in binnen- en buitenland heeft bekleed met de hoogste lof. Wederopbouwer van Kasteel Oosterwijtwerd, deze kerk en naburige kerken, die door ouderdom vervallen waren, helper van alle zeer armen, die om hulp vroegen.
Onder zijn voorouders telt hij Haio Ripperda en tevens aanzienlijke voorvaderen, buitengewoon door vroomheid en voortreffelijkheid bij het opbouwen van kerken en borgen, en uitblinkend sinds zes en meer eeuwen terug, waarvan de kerk van Tjamsweer en het zegel van Rudolf, Bisschop Van Munster, getuige is.
Hebben Josina Maria, dochter van Maurits, uit hetzelfde schitterende geslacht der Ripperda’s zijn echtgenote etc. en Margareta Elisabetha, zijn enige nog in leven zijnde dochter, getrouwd met Unico, Baron Ripperda, Heer van Weldam en Oldambt en van de Twenten in Overijssel, na het bekleden van andere ereambten in de staat, dit monument in droefheid laten oprichten. Hij leefde 56 jaren. hij stierf 13 juli 1695.”

 

Volgens de Groninger Gedenkwaardigheden

AETERNAE MEMORIAE ILLUSTRISSIMI ET NOBILISSIMI VIRI GISBERTI HERMANNI BARONIS RIPPERDA, OOSTERWYTWERDIAE ET ANNEXORUM PAGORUM DOMINI; HUIUS REIPUBL. SUPREMIS ET NULLIS NON MUNERIBUS PUBL. DOMI FORISQ. SUMMA CUM LAUDE FUNCTI; CASTELLI OOSTERWITWERDII HUIUS TEMPLI ET VICINORUM VETUSTATE COLLAPSORUM RESTAURATORIS, OMNIUM MAXIME PAUPERUM OPEM IMPLORANTIUM ADIUTORIS. INTER MAIORES HAIONEM RIPPERDA EIUSDEMQ. ATAVOS NOBILES, PIETATE ET VIRTUTE IN EXSTRUENDIS TEMPLIS ET ARCIBUS INSIGNES EXCELLENTESQ. A SEX ET AMPLIUS RETRO SECULIS, TEMPLO TIAMSWERANO ET. RUD. EPISC. MONAST. SIGILLO TESTE NUMERANTIS. IOSINA MARIA NATA MAURITIO EX EADEM SPLENDIDISS. RIPPERDARUM GENTE CONIUX ETC. MARGARETA ELISABETHA UNICA FILIA SUPERSTES NUPTA UNICONI BARONI RIPPER DA, WELDAMI ET OLIDAMI DOMINI ET TUBANTUM IN TRANSISUL. POST GESTOS ALIOS IN REPUBL. HONOR. PRAEFECTO, HOC MONUMENTUM MOERENTES PONI CURARUNT VIXIT ANNOS LVI. OBIIT XIII CAL. IULII A° MDCLXXXXV.

Wapen, helmteken en dekkleden: Ripperda. Schildhouders: twee omziende gouden draken met vier poten en een opgeheven vlucht.
Kwartieren met helmtekens en dekkleden: .
RIPPERDA VAN OOSTERW. SCHADE VAN IHORSD
VALCKE VAN 'T VENHUIS BUDDE VAN BUDDEBORG
TWICKELO VAN TWICKELO STAEL VAN SAUTHUSEN
SCHEEL VAN SCHEELENB. MORIAN VAN VALCKENH
BUCKHORST VAN BOXBERG. DINCKLAEGE VAN DINCKL
BAER VAN DE BAERNAWE BAER VAN DE BAERNAWWE
EDELSTICKE VAN WELDAM OER VAN KAKEESBEECK
WELVELT VAN WELVELT VALCKE VAN ROXSEL
N.B. Met Rudolf bisschop van Munster is bedoeld Ludolf de Holte, bisschop van Munster 1226-1247. Zie: RAG, Archief Farmsum, inv. nr. 461, regest nr. 2. Ook: A.M.H.J. Stokvis. Manuel d'histoire. 3. Leide 1890-1893. Pag. 107. Helmen op kwartieren RipperdaScheelEdelstickeWelvelt en Schade gekroond, de overigen met wrong. Vergelijk voor plaatsnamen: Quellen und Forschungen, 1963, S. 22. Afgebeeld: GSL, blz. 280/281. LGK, afb. nr. 67.
GDW, blz. 563, nr. [3096].


Na zijn dood is zijn dochter Margaretha Elisabeth Ripperda de enige overlevende van de Oosterwijtwerder tak van de Ripperda’s. Zij overlijdt in 1738.

 

ornamenten van de herenbank. Foto: ©Jur Kuipers.

 

ornamenten van de herenbank. Foto: ©Jur Kuipers.

Foto's hierboven: ornamenten van de herenbank. Foto: ©Jur Kuipers.

 

De kerk in de 18e en 19e eeuw
Het orgel is in 1741 door Christian Müller als huisorgel gebouwd en door Herman Eberhard Freijtag in deze kerk geplaatst.

 

De laatste overlevende van de Oosterwijtwerder tak van de Ripperda’s, Margaretha Elisabeth Ripperda, overlijdt op 23 februari 1738 op 71 jarige leeftijd.

Op het gedenkbord staat ook nog de tekst: “obiit 29 dec.1719″. Dit gedenkbord blijkt een overgeschilderd rouwbord, dat aanvankelijk voor Josina Maria Ripperda – haar moeder – is gemaakt. Josina overlijdt op 29 december 1719.


Op 18 december 1845 wordt in de ochtenddienst het kabinetorgel ingewijd. In de handelingen van de kerkeraad wordt hier over verslag gedaan:

De plegtigheid door een talrijke van elders zaamgekomen schare opgeluitsterd, liep tot aller genoegen af


Het orgel wordt daarbij bespeeld door Herman Eberhard Freijtag, orgelmaker in Groningen, die er ook voor gezorgd heeft dat het orgel in de kerk geplaatst wordt. Vermoedelijk is het orgel afkomstig uit Rasquert, aangezien op 31 maart 1845 in de Provinciale Groninger Courant een huis-orgel te koop wordt aangeboden groot 12 registers, 6 1/2 octaaf, 300 sprekende pijpen en zeer geschikt voor een kleine kerk (zie Groninger Kerken van de SOGK, december 1996).


In 1855 wordt het koorhek aangebracht.
In 1895 wijzigt de orgelmaker Doornbos het orgel en voorziet het van de huidige kas. Hij voegt een Prestant 4 voet en een Viola da gamba toe. Volgens de stichting Groninger kerken wordt dat echter door Proper uit Kampen gedaan die ook de dispositie van het orgel wijzigt.


De grote koperen tweemaal achtlichts bolkroon wordt in 1837 geschonken door Hendrik Harms Dam, naar men zegt uit schuldgevoel, omdat hij als timmerman de kerk herhaaldelijk teveel heeft berekend voor herstelwerkzaamheden.

 

In de 20e en 21e eeuw

In 1925 wordt een houten schot aangebracht boven en achter het koorhek. Hoewel karakteristiek voor een korte fase in de ontwikkeling van de inrichting van Groninger kerken, belemmert dit schot de ruimtewerking en doet het te kort aan de authenticiteit van de kerk en verhindert het een goed gebruik van deze kerk.
De kerk wordt in 1979 overgedragen aan de Stichting Groninger Kerken en wordt tot 1992 voor kerkdiensten gebruikt.

 

In 1983 wordt de dakruiter gerestaureerd en van nieuwe lei voorzien.

 

Wapens van de Rippierda's
Het wapen van de Ripperda's vinden we terug boven de ingang van de kerk, op de windvaan, de herenbank, de klok uit 1694, de avondmaalsbeker en de bel aan de collectiezak.

 

De klok. Foto: ©Jur Kuipers.

De 'gerestaureerde' klok. Foto: ©Jur Kuipers.


Gedeeltelijke restauratie dak
In 1992 is de kerk gedeeltelijk gerestaureerd onder directie van ir. L.W. Barneveld: dak, kap en muren worden daarbij aangepakt. De dakvlakken worden met oud-Hollandse pannen gedekt.
De meeste balkkoppen zijn door de bonte knaagkever aangetast. Er worden nieuwe balkkoppen aangelast en één balk wordt geheel vervangen. De vijftiende eeuwse sleutelstukken moeten ook worden verwijderd maar zijn wel bewaard.


Tijdens deze restauratie in 1992 worden twee openingen in de Zuidmuur ontdekt, achter de klamplaag:
* een kleine, rondbogige poort in het midden van de gevel, die in tijd en grootte correspondeert met de ingang aan de noordzijde die echter veel westelijker ligt. In de stenen waarmee deze ingang is dichtgemetseld wordt later een steunbalk voor de preekstoel gezet. Deze ingang is weer dichtgemetseld en niet meer zichtbaar.
* een grotere ingang van latere datum ten westen van de kleine ingang. Deze korfbogige toegang met gotische profilering is gedeeltelijk in het zicht gelaten.

 

Preekstoel met klankbord (1666).

Preekstoel met klankbord (1666). Foto: Hardscarf, oktober 2010. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license.


Uurwerk
De plaatselijke commissie van de Stichting (Oude) Groninger Kerken laat door leraren en leerlingen van het Eemsmond College een replica maken van het uurwerk en na 5 jaar werk wordt het in 1992 in de kerk in gebruik genomen. Het oude uurwerk wordt door de stichting 'Monument en Materiaal' geconserveerd, waarna het in de koor van de kerk is geplaatst.


De wijzerplaat wordt in 1992 door Helmut Hut uit Beerta gerestaureerd en verbonden met het uurwerk. In 2018 is het uurwerk door Laudy gerenoveerd, 'restauratie' van het uurwerk en draaiende onderdelen. en omgebouwd naar electrificatie. In 2018 en 2019 is het uurwerk door Laudy ingeregeld.


Orgel
In 1950 wordt het orgel, na waterschade, door Mense Ruiter hersteld en wordt de toonhoogte aangepast. Op 26 oktober 1996 wordt het orgel opnieuw in gebruik genomen na een grote restauratie door Albert H. de Graaf, orgelmaker te Leusden. Het orgel heeft één manuaal met 7 registers en een aangehangen pedaal.


Kerkhof
Hofman vervaardigt in 2011 een plattegrond van het kerkhof met de daarop liggende grafzerken. Deze zijn vermeld op de website van de SOGK. kerk Oosterwijtwerd. In 2007 inventariseert de kerkcommissie zelf ook de graven en brengt aan de hand daarvan een kerkhofboekje uit.


Gedenkborden
Drie rouwborden van de familie Ripperda zijn in 2001 gerestaureerd.

 

Rouwbord voor Carol Victor Ripperda, overleden in 1686. Foto: ©Jur Kuipers.

Rouwbord voor Carol Victor Ripperda, overleden in 1686. Foto: ©Jur Kuipers.

DE WEL GEBOOREN HEER CAROL VICTOR RIPPERDA, SOONE VANT HUIS EN HEERLYCKHEYT OOSTERWYTWERT CUM ANEXEN. AETATIS SUAE 14. OBIIT DEN 16 MAEY 1686.

Wapen: Ripperda.
Kwartieren:
RIPPERDA RIPPERDA
SCHADE CLANT564
VALCK LEEWE
BUDDE MANNINGA
SCHEEL WYLAGH
STAEL SONOY
MORIAN SICKINGHE
TWICKELO FRAYLMA
GDW, blz. 563, nr. [3097].

 

Gedenkbord. Foto: ©Jur Kuipers.

Gedenkbord. Foto: ©Jur Kuipers.

D'ED. EN WELGEBOREN JUFFER ELISABETH SOPHIA RIPPERDA, DOGTER VAN OOSTERWYTWERT, OBIT DEN 18 JUNY. AETA. 26 JAER 4 MAEN[D]. 1695.

Wapen: Ripperda.
Kwartieren
RIPPERDA RIPPERDA
SCHADE CLANT
VALCK LEWE
BUDDE MANNINGA
SCHEEL WYLLIG
STAEL SONOY
MORIAN SICKINGE
TWICKELO FRAYLEMA
N.B. Bij restauratie c. 1970 naam VALCK aangevuld tot VALCKE.
GDW, blz. 564, nr. [3098].

 

Gedenkbord. Foto: ©Jur Kuipers.

Gedenkbord. Foto: ©Jur Kuipers.


AETATIS SUAE 71. OBIIT DEN 23 FEBRUARIUS 1738.
Wapens: Rechts: Ripperda. Links: Ripperda. Schildhouders: twee gouden griffioenen met opgeheven vlucht.
N.B. Tekst en wapens, aangebracht op het rouwbord GDW, nr. 3099, voor Margaretha Elisabeth Ripperda, overleden als laatste van haar geslacht te Oosterwijtwerd.
GDW, blz. 564, nr. [3100].

 

 

Gedenkbord. Foto: ©Jur Kuipers.

Gedenkbord. Foto: ©Jur Kuipers.

OBIIT DEN 29 DECEMBER 1719.

Wapens: Rechts: Ripperda. Links: [Clant].
N.B. Tekst schemert door de verf van GDW, nr. 3100. Wapens nu overgeschilderd met die van GDW, nr. 3100. Josina Maria Ripperda, dochter van Maurits Ripperda en Margaretha Clant. Zie: RIP, Blatt 7, Nr. 121; Blatt 9, Nr. 164.
GDW, blz. 564, nr. [3099].

 

Herstel aardbevingschade
In 2014 en 2015 is de kerk grondig onder handen genomen. De website van de kerk heeft een speciale pagina met alle verslagen die in die periode gemaakt zijn.

 

Interieur naar het westen.

Interieur naar het westen. Foto: Hardscarf, oktober 2010. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license.

 

Een labyrint in Oosterwijtwerd
In de kerk van Oosterwijtwerd kan elke laatste weekend van de maand het labyrint worden gelopen. Het labyrint is een oeroud, over de hele wereld verspreid symbool, een patroon van lijnen die samen een weg naar het midden vormen. Ze komen voor als rotstekeningen van 5000 jaar geleden, gekerfd in het landschap in Peru, met stenen gelegd in Scandinavië, aangeplant in Engeland, of afgebeeld op Syrisch aardewerk en in de plavuizen van middeleeuwse kerken. Het labyrint is symbool voor de pelgrimsreis van de ziel, of voor de levensweg van iedere mens.


Vaak worden de woorden labyrint en doolhof door elkaar gebuikt, maar ze zijn verschillend. In een doolhof zijn meerdere wegen, sommige doodlopend, en je kunt erin verdwalen. Het labyrint kent maar één weg, naar binnen en weer naar buiten. De bedoeling is dat het labyrint rustig en aandachtig belopen wordt. Eerst lijkt de weg direct bij het midden uit te komen, maar voert er dan weer vandaan en moet de hele weg worden gegaan tot het middelpunt. Net als de levensweg gaat de weg van het labyrint nooit in een rechte lijn.


Het labyrint in de Mariakerk is geprint op een stuk zeildoek ter grootte van het koor van de kerk. Ieder kan komen lopen. Het is een meditatie-in-beweging. Er ligt informatie voor wie zich er iets meer in wil verdiepen.

 

Men is met één dag per maand begonnen, maar sinds december 2017 blijft het langer liggen, namenlijk elk laatste weekend van de maand van vrijdagmorgen 10:00 uur tot zondagavond 18:00 uur. Kijk in de agenda op de website van de kerk voor de juiste datum en tijden. Op aanvraag kan het voor groepen ook op andere dagen worden uitgelegd.

 

De grafzerken

[3101] ANNO 1628, DEN 16 MARCI, IS DE DUECHTSAME AELKE DOORENBUS, DE GEWESENE HUISFROW VAN DE EERB. JAN AEIKES BY WITWERDER TOL IN DEN HEERE GERUSTET, VERWACHTENDE EEN SALIGE OPSTANDINGE IN CHRISTO.
Wapens: Rechts; Gedeeld: I een halve adelaar; II huismerk nr. 451. Links: Gedeeld: I een halve adelaar; II drie klaverbladen onder elkaar.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 279.
GDW, blz. 564, nr. [3101].

[3102] ANNO 1647, DEN 1 APRIL, IS DE EHRENTVESTE JOHAN WILHELM FABER, REDGER TO OSTERWYTWERHT CUM ANNEXIS, IN DEN HEERE GERUSTET.
Wapen: Een vaas met twee oren, waarin aan gebladerde stengels een roos, een papaverbol en een roos. Helmteken: drie papaverbollen aan bladerlozc stengels en op de middelste een staande vogel met lange spitse snavel en korte poten.
GDW, blz. 564, nr. [3102].

[3103] ANNO 1660, DEN 28 MARTI, IS DE EHRENTVESTE EPPO SICKENS, REDGER TOT OESTERWYTWERHT CUM ANNEXIS, IN DEN HEERE GERUST.
Wapen: Gedeeld: I een wildeman, dragend op de linkerschouder een niet heide handen gesteunde knots; II een leeuw. Helmteken: een uitkomende wildeman, dragend op de linkerschouder een met beide handen gesteunde knots.
GDW, blz. 564, nr. [3103].

[3104] ANNO 1663, DEN 26 FEBREWARIS, IS JAN AE[KES IN DEN HEEREN GERUST, VERWACHTENDIE EEN VROLICKE OPERSTANDINGE IN CHRISTO.
Medaillon: Huismerk nr. 451 vergezeld van de letters I.A.
GDW, blz. 565, nr. [3104].

[3105] ANNO 1671, DEN 26 JUNY, STIERF DEN WELEDELEN ERENTFESTEN JR ROTGER KETELL, VERWACHTENDE EENSALIGE OPSTANDINGE IN CHRISTO.
Wapen: Een dwarsbalk. Helmteken: een windhondekop met pijltong, dragend om de hals een aan de onderzijde gepunte band.
GDW, blz. 565, nr. [3105].

[3106] ANNO 1689, DEN 11 APRIL, IS DIE DEUCHTSAEME GRIETIEN WILLEMS, HUISVROUW VAN DEN EERSAEMEN EEUCKE LUBBERTS OP RIEWERSVELT TOT OOSTERWYTWERT, SEER CHRISTELYCK 1N DEN HEERE ONTSLAEPEN, VERWACHTENDE EEN SAELIGE OPSTANDINGE IN CHRISTO JESU.
GDW, blz. 565, nr. [3106].

[3107] DEN 5 JAN. 1694 IS DE DEUCHSAEME ELISABETH VAN DER ... STYL ..S VROUW VAN DEN EERW. MARCUS MIGNON, PASTOR TOT OOSTERWYTWERT, IN HAER 43 JAER IN DEN CHRISTO ONTSLAEPEN TOT DEN DACH DER OPSTANDING.
Bijbeltekst: GDW, nr. 738.
GDW, blz. 565, nr. [3107].

[3108] ANNO 1708, DEN 27 MAY, IS DE DEUGTZAME SCHELTJE REYNDERS, DE GEWEZENE HUISVROU VAN DE EERBARE LAMGE STEENHUISEN, EIGENERFDE EN MEDE COLLATOR TOT OOSTERWYTWERT, CHRISTELYCK INT .8 JAAR HAERS OUDERDOMS IN DEN HEERE ONTSLAPEN, VERWACHTENDE DOOR GODS GENADE MET ALLE GELOVIGEN EEN ZALIGE OPSTANDINGE TEN EEUWIGEN LEVEN ALLEEN DOOR CHRISTUM JESUM.
Wapen: Gedeeld: I een halve adelaar; II doorsneden: a. drie klaverbladen; b. huismerk nr. 240, vergezeld van de letters S.R.
GDW, blz. 565, nr. [3108].

[3109] TER GEDACHTENISSEN VAN DE HEER [B]ER[N]A[RD]US MARISSEN, IN LEVEN PREDICANT TE OOSTERWYTWERT, GEBOREN IN HET JAAR 1744, GEHUWD MET MEJUFFROUW MELNA MARISSEN GEBR. SUIDEMA, ... OVERLEEDEN EN HIER BEGRAVEN IN 'T JAAR 1807.
HIER ONDER LEGGEN T'SAAM IN 'T STOFF / EEN DIENAAR VAN HET HEMELHOFF / MET ZYN BEMINDE EGTGENOOT / ZY WAS MEE EEN DER BRAAVE VROUWEN / EN MOGTE MET HAAR MAN VERTROUWEN / OP JEZUS, WIEN HUN 'T HEE, AAN BOOD / DUS DOOR DES HEEREN GEEST BEREID / IS NU HUN RUST IN HEERLYKHEID / EEN IEDER, WIE DIT LEEST, HOUW MOED / GOD IS VERZOEND IN CHRISTUS BLOED.
N.B. Overleden Oosterwijtwerd 27 april 1807. Zie: DTB, nr. 360.
GDW, blz. 565, nr. [3109].

[3110] UDE DERKS BAKKER, GEBOREN TE OOSTERWYTWERT DEN 25 OCTOBER 1765, OVERLEDEN ALHIER DEN 26 FEBR. 1811, ECHTGENOOT VAN ALBERTJE PIETERS VOS.
STOF TREED OP STOF IN GOUDEN PRACHT / STOF KEERT TOT STOF, EER 'T WIL EN 'T WACHT / STOF BOUWD OP STOF, KASTEEL EN WAL / STOF ZEGT TOT STOF: ONS HOORT DIT AL.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 282.566
GDW, blz. 565, nr. [3110].

 

Noten, bronnen en referenties:

Noten, bronnen en referenties:
- Tekst ingezonden door Frank van Oosten
- Tekst geredigeerd door René van Rijn
- De aanvullingen en links (o.a. GDW) zijn toegevoegd door de webmaster
- Mariakerk Oosterwijtwerd.nl
- Stichting (Oude) Groninger Kerken
- Pathuis/Alma, Groninger Gedenkwaardigheden
- Fotografie: Jur Kuipers, Hoogezand

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 16 mei 2024.
Redigering: René van Rijn, Winschoten.
Fotografie: ©Jur Kuipers, Hoogezand.
Samenstelling: © Harm Hillinga.

Klik hier om naar het menu ARTIKELS te gaan.
Klik hier om terug te gaan naar de HOMEPAGE.
Top